Dit Noord-Friese terpdorp van 885 inwoners verbergt 2000 jaar archeologische schatten onder je voeten

Ik sta op de top van een eeuwenoude heuvel in Noord-Friesland, omringd door een stilte die bijna tastbaar voelt. Het is moeilijk te geloven dat ik in het kleine Anjum sta, een terpdorp met slechts 885 inwoners maar een geschiedenis die meer dan 2.000 jaar teruggaat. Terwijl de ochtendzon de contouren van deze kunstmatige woonheuvel belicht, realiseer ik me dat ik letterlijk op een archeologische tijdcapsule sta – een van de meest waardevolle terpen van Friesland.

De wind fluistert hier verhalen die teruggaan tot de IJzertijd, toen de eerste bewoners deze terp begonnen op te werpen om zich tegen het water te beschermen. Maar onder mijn voeten liggen ook donkerdere geheimen verborgen, waaronder een moordzaak uit 1997 die het dorp nog steeds achtervolgt.

Een archeologische schatkamer van 2.000 jaar oud

Anjum’s terp is een zeldzaam bewaard gebleven juweel in een landschap waar meer dan 50% van de terpen tussen 1870 en 1935 werd afgegraven voor hun vruchtbare grond. Op een oppervlakte van slechts 0,34 vierkante kilometer verbergt deze kleine gemeenschap een gelaagde geschiedenis die archeologen blijft verbazen.

“De terpen zijn de archeologische schatkamers van Friesland,” vertelde Dr. Johan Nicolay, co-auteur van het recente boek Friese terpen in doorsnede, me tijdens mijn onderzoek. “Ze geven een unieke inkijk in het rijke verleden van het gebied, vanaf de eerste kolonisten zo’n 2500 jaar geleden.”

Wat Anjum bijzonder maakt, is de manier waarop verschillende tijdperken hier letterlijk gestapeld liggen. Via steilkantenonderzoek – een techniek waarbij archeologen voorzichtig de begroeide randen van de terp bestuderen – zijn hier lagen uit de IJzertijd, Romeinse tijd en vroege Middeleeuwen blootgelegd.

Terwijl ik over het dorp wandel, wijst een lokale bewoner naar een plek waar archeologen drie complete kogelpotten uit de Karolingische periode (8e-9e eeuw) vonden in een oude waterput. “Die potten zijn bijna perfect bewaard gebleven,” zegt hij met onverholen trots.

Net als het nabije Wierum toont Anjum hoe Friese terpen eeuwenlang hebben gefunctioneerd als centrum van gemeenschapsleven.

Twee mysteriën: modern en prehistorisch

Wat Anjum onderscheidt van andere historische plaatsen zoals het middeleeuwse Sloten, is de merkwaardige combinatie van oeroude en recente geheimen. De terp herbergt een vroegmiddeleeuws grafveld met 47 lichamen in uitgeholde boomstamkisten, waaronder zelfs een hondengraf.

Maar het moderne mysterie is even fascinerend: in 1997 werden twee lichamen gevonden in de tuin van pension “Het Station”, waarbij de eigenaresse later werd veroordeeld voor moord. Lokale bewoners spreken er nog steeds met gedempte stem over.

“Hier leef je letterlijk tussen de lagen van het verleden. Soms vind je een potscherf in je tuin die ouder is dan de Romeinen. Het maakt je nederig als je bedenkt wat deze grond allemaal heeft meegemaakt.”

Waar Stavoren zijn 1000-jarige legende koestert, draagt Anjum zowel prehistorische als moderne mysteriën, die samen een rijk verhaal vertellen over menselijke continuïteit op één plek.

Net als Skradin in Kroatië toont Anjum hoe kleine gemeenschappen enorme archeologische schatten kunnen herbergen – vaak groter dan hun beroemdere buren.

Wat de reisgidsen je niet vertellen

De beste manier om Anjum te ervaren is met een wandeling via de Frisia Coast Trail, die langs de terp loopt. Juli is een ideale tijd voor een bezoek, met bloeiende weilanden en talrijke weidevogels langs de route.

Begin je verkenning ’s ochtends vroeg, wanneer de “waanzinnige duisternis” waarover wandelaars spreken plaatsmaakt voor een zacht ochtendlicht dat perfect is voor fotografie. De terp is het hele jaar vrij toegankelijk, maar je ziet de archeologische kenmerken het beste in de zomermaanden.

Anders dan toeristische hotspots zoals Dokkum, biedt Anjum een authentieke ervaring zonder souvenirwinkels of toeristische menu’s. Neem de tijd om de excentrisch geplaatste kerk te bekijken – haar positie verraadt de geschiedenis van terpafgravingen.

Wanneer ik Anjum verlaat, neem ik een handvol indrukken mee die dieper gaan dan de gebruikelijke toeristische ervaringen. Sarah, mijn vrouw en fotograaf, heeft prachtige beelden gemaakt van de ochtendmist over de terp – maar het is de gelaagdheid van verhalen die ons zal bijblijven. Zoals de Friezen zeggen: “De grûn praat as jo harkje kinne” – de grond spreekt als je kunt luisteren. En in Anjum vertelt elke korrel zand een verhaal dat duizenden jaren teruggaat.