De veerboot zoeft door het water terwijl ik mijn fiets vasthoudt. Het is 8:42 op een frisse julimorgen en Vlieland’s silhouet verschijnt aan de horizon. Dit eiland van slechts 1.212 inwoners verwelkomt jaarlijks ruim 200.000 bezoekers – maar geen enkele komt met de auto. Terwijl ik het dek deel met backpackers, fotografen en vogelspotters, word ik nieuwsgierig naar de paradox van dit eiland: hoe kan een plek tegelijk populair én vrediger dan ooit zijn in 2025?
Een Nederlandse eilandparadox: meer bezoekers dan inwoners, maar géén auto’s
Zodra ik voet aan wal zet in de enige nederzetting, Oost-Vlieland, valt het direct op. Nul verkeerslichten. Nul parkeerplaatsen. Nul files. Op Vlieland heeft elk huishouden gemiddeld slechts 0,4 auto’s – het laagste cijfer van Nederland. Het contrast met het vasteland kan niet groter zijn.
“We hebben hier geen auto’s nodig,” vertelt een lokale caféhouder terwijl hij mijn koffie inschenkt. “Alles is per fiets bereikbaar binnen 20 minuten.” De toon van zijn stem verraadt een mengeling van pragmatisme en trots die typisch Fries aandoet.
Deze unieke autovrije status dateert niet van gisteren. Al decennia geldt hier een strikt beleid: alleen bestemmingsverkeer mag het eiland op. Terwijl Schiermonnikoog ook autovrij is, heeft Vlieland een strikter beleid én méér voorzieningen voor bezoekers.
Fietsend over de hoofdstraat van 800 meter valt op dat winkels, cafés en musea in harmonie samenleven met historische vissershuizen. De dorpskern, een beschermd dorpsgezicht, toont hoe een gemeenschap functioneert zonder auto’s. Dit biedt een glimp van hoe veel Europese steden er over 10 jaar uit kunnen zien.
UNESCO-beschermd en authentiek, anders dan nabijgelegen eilanden
Met een oppervlakte van 40 vierkante kilometer is Vlieland verrassend divers. Het eiland maakt deel uit van UNESCO Werelderfgoed Waddenzee. 75% van het oppervlak bestaat uit natuurgebied, inclusief duinen, bossen en wadgebied.
Anders dan het festivalgedreven Terschelling met zijn beroemde Oerol, kiest Vlieland voor een rustiger profiel. De focus ligt op natuurbeleving, wandelen en fietsen. In juli 2025 positioneert het eiland zich als pionier in het groeiende “slow travel” segment.
“Als ik hier aankom, voel ik hoe mijn schouders zakken. Het eerste dat je hoort is de wind, vogels, en het gerinkel van fietsbellen – geen motoren. Dit is geen Instagram-bestemming, dit is echt.”
Deze authenticiteit wordt gewaardeerd door bezoekers uit heel Europa. Terwijl nabijgelegen West-Terschelling jaarlijks 250.000 bezoekers trekt, biedt Vlieland een intiemere ervaring. De afwezigheid van massatoerisme creëert een gevoel van exclusiviteit dat contrasteert met de toegankelijkheid.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De beste manier om Vlieland te bereiken is per veerboot vanuit Harlingen, met overtochten die 90 minuten duren. Reserveer je fiets aan boord tijdens hoogseizoen, of huur er één bij aankomst (vanaf €12 per dag). In juli 2025 varen er dagelijks 5 veerboten heen en weer.
Bezoek het eiland bij voorkeur in mei, juni of september. Dan ervaar je de voordelen van minder drukte én vaak prachtig weer. Juli en augustus brengen de meeste bezoekers, al zorgt de afwezigheid van auto’s dat zelfs dan het eiland sereen aanvoelt.
De Vuurboetsduin, het hoogste punt op 45 meter, biedt een panoramisch uitzicht over het hele eiland. Sta hier vroeg op voor een zonsopgang die over zowel Noordzee als Waddenzee straalt. Neem de oostelijke route vanaf het dorp voor de gemakkelijkste klim.
Zoals de Friese hoofdstad Leeuwarden inzet op duurzaam toerisme, experimenteert Vlieland met volledig circulaire accommodaties. Boek tijdig bij het strandpaviljoen ’t Badhuys voor een diner waar 90% van de ingrediënten lokaal is.
Terwijl ik mijn laatste avond doorbreng op een verlaten strand, denk ik aan wat dit eiland bijzonder maakt. Het is niet alleen de afwezigheid van auto’s of het UNESCO-erfgoed. Het is de visie die het eiland voor 2025 heeft: een plek waar moderne levenskwaliteit hand in hand gaat met respect voor natuur en gemeenschap. Mijn dochter Emma zou de zeehonden geweldig vinden, Sarah zou eindeloos fotograferen. Zoals de Friezen zeggen: “Wês wolkom” (wees welkom) – maar kom bij voorkeur zonder motor en met tijd om te vertragen.