Ik stap uit mijn huurauto op een onverwacht stil parkeerterrein net buiten Westerbork. Dit bescheiden Nederlandse dorp van slechts 4.815 inwoners lijkt op het eerste gezicht een typisch Drents brinkdorp. Maar terwijl ik over de rustige wegen wandel richting het voormalige kampterrein, voel ik het gewicht van de geschiedenis. Van hieruit werden meer dan 102.000 mensen – voornamelijk Joden, maar ook Sinti en Roma – gedeporteerd naar vernietigingskampen. Dat is 21 keer meer mensen dan er nu in het hele dorp wonen. En het meest verontrustende? Je hebt nog maar tot 31 december 2025 om dit cruciale stuk geschiedenis gratis te bezoeken.
Het “voorportaal van de hel” in een gewoon Nederlands dorp
Wandelend over het terrein van Kamp Westerbork valt de tegenstelling me op. Dit was geen geïsoleerd fort of militair complex, maar een kamp dat bewust geïntegreerd was in het Nederlandse landschap. Het fungeerde tijdens de bezetting als een schijnbaar normaal tussenstation met eigen faciliteiten, theater en zelfs een kampkrant.
“Het was een sluis in het Duitse systeem,” vertelde een historicus me. “Vanuit Berlijn werd doorgegeven hoeveel Joden er op een bepaalde dag op transport moesten worden gesteld. Zij werden geput uit het reservoir dat doorvoerkamp Westerbork was.”
De perverse normaliteit die de nazi’s creëerden is nog steeds voelbaar. Terwijl ik langs de overgebleven barakfunderingen loop, zie ik informatieborden die laten zien hoe het kamp eruitzag: een dorp binnen een dorp, waar mensen wekelijks naar het theater gingen en sportwedstrijden hielden, terwijl elke dinsdag de deportatietrein vertrok.
Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, gelegen op 7 kilometer van het kampterrein, vertelt dit verhaal door middel van persoonlijke verhalen en artefacten. Door de vrije toegang in 2025 – ter viering van 80 jaar bevrijding – verwacht men een toename in bezoekersaantallen. Toch is het nu, in augustus, opvallend rustig.
Vergelijkbaar maar vergeten
In schaal is Westerbork vergelijkbaar met Terezín in Tsjechië, een andere ‘modelkamp’ dat als doorvoerstation diende. Maar waar Terezín internationale bekendheid geniet, blijft Westerbork relatief onbekend buiten Nederland.
Eerst dacht ik dat dit gewoon een klein museum zou zijn, maar je voelt hier iets wat je in het drukke Anne Frank Huis mist – de ruimte om na te denken over wat hier echt gebeurde, zonder in een rij te staan.
Dit contrast met andere herinneringsplekken maakt Westerbork bijzonder. Niet ver hiervandaan ligt Veenhuizen, waar een ander stuk Nederlandse detentiegeschiedenis bewaard wordt, maar de sereniteit van Westerbork geeft het een geheel eigen karakter.
De locatie in Drenthe draagt bij aan deze rust. Terwijl het nabijgelegen Norg bekend staat om zijn heidebloei, is Westerbork omringd door stil bosgebied dat perfect aansluit bij de contemplatie die deze plek vraagt.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
Bezoek het kamp bij voorkeur vroeg in de ochtend (vanaf 10:00) of laat in de middag (na 15:00) om de weinige schoolgroepen te vermijden. Het kampterrein is altijd vrij toegankelijk, maar voor het Herinneringscentrum moet je tickets reserveren – nu nog gratis voor inwoners van de gemeente tot eind 2025.
Een onverwacht contrast: het Apple Museum Nederland bevindt zich op slechts 5 kilometer van het Herinneringscentrum. Deze verzameling van alle Apple-computers sinds 1976 biedt een fascinerende tegenstelling tussen het donkerste hoofdstuk van de 20e eeuw en de technologische vooruitgang die volgde.
In dezelfde regio waar Drouwen prehistorische hunebedden herbergt, kun je in één dag de menselijke geschiedenis van 5000 jaar geleden tot de Holocaust en de digitale revolutie ervaren – een reis door tijd die nergens anders zo compact bestaat.
Op de terugweg naar mijn auto, passeer ik een bejaarde man die zijn hond uitlaat. Hij knikt vriendelijk. In dit gewone tafereel schuilt precies wat Westerbork zo aangrijpend maakt: het contrast tussen alledaagse normaliteit en onvoorstelbare gruwelen. Net zoals de radiotelescopen die nu op het voormalige kampterrein staan, zoekend naar signalen uit het universum, zoeken wij hier naar signalen uit ons verleden – om te begrijpen, en om nooit te vergeten.