Dit Madagaskar eiland van 25 villa’s heeft helderder water dan Nosy Be zonder bootladingen toeristen

De speedboot snijdt door het turquoise water terwijl Nosy Be langzaam verdwijnt achter de horizon. Na veertig minuten verschijnt een silhouet dat niet op toeristische kaarten staat: Tsarabanjina, een privé-eiland van amper 1,5 vierkante kilometer met slechts 25 villa’s verspreid over drie stranden. Terwijl Nosy Be kreunt onder 200.000 bezoekers per jaar, ontvangt dit eiland in de Mitsio-archipel zelden meer dan vijftig gasten tegelijk.

Het contrast slaat je onmiddellijk. Geen jetski’s die de stilte verbreken. Geen strandverkopers met sarongs. Alleen zilverkleurig zand dat knarst onder blote voeten en water zo helder dat je op vijf meter diepte elke koraalformatie kunt onderscheiden.

Waar Nosy Be faalt, slaagt dit eiland moeiteloos

De cijfers liegen niet. Tsarabanjina’s stranden blijven 90% leger dan de populaire baaien van Nosy Be, terwijl de waterkwaliteit dramatisch verschilt. Mariene biologen die beide locaties monitoren, rapporteren hier een zichtbaarheid van 30 meter tijdens het hoogseizoen – bijna het drievoudige van wat je bij Andilana Beach aantreft.

Het eiland functioneert als natuurlijk filter. Die veertig kilometer afstand vanaf Nosy Be creëert een logistieke barrière die massatoerisme ontmoedigt zonder kunstmatige restricties. De bootreis alleen al – €200 retour per persoon – houdt dagjesmensen buiten beeld.

Maar het is meer dan alleen afstand. Tsarabanjina ligt binnen een beschermd marien gebied waar visvangst gereguleerd wordt en koraalriffen actief hersteld. Terwijl Nosy Be’s kustlijn steeds meer vervuilt door ongecontroleerde ontwikkeling, blijft dit eiland een laboratorium voor duurzaam eilandtoerisme.

“Je vergeet hier dat wifi bestaat. De eerste dag frustreert dat, de tweede dag merk je het nauwelijks, de derde dag wil je het niet meer terug.”

Die digitale detox is geen marketingtruc. Het eiland heeft simpelweg geen infrastructuur voor constant internet. De meeste villa’s bieden enkel basisconnectiviteit bij de receptie. Het dwingt je terug naar wat reizen ooit was: observeren, ruiken, proeven zonder het filter van een scherm.

Drie stranden, dertig personeelsleden, nul overtourisme

De nummering van de 25 villa’s vertelt een verhaal van bewuste planning. Dertien staan aan North Beach, waar palmbomen zo dicht groeien dat je nauwelijks lucht tussen de stammen ziet. Twaalf aan South Beach, met directe toegang tot een koraalrif dat begint waar het ondiepe water eindigt.

Villa 14 en 15 worden gefluisterd als de beste locaties – privéstukken strand met nul inkijk en zonsondergangen die lijken geregisseerd. Maar zelfs de eenvoudigste accommodatie hier overtreft wat middenklasse resorts op Nosy Be bieden voor dubbele prijzen.

Het personeel bestaat uit dertig Malagassische medewerkers, vaak afkomstig van nabijgelegen eilanden in de Mitsio-archipel. Ze kennen de getijden uit hun hoofd, weten welke vissen seizoensgebonden voorbij trekken, wijzen je naar zeeschildpadden die komen nestelen tussen oktober en maart.

Die kennis maak je niet op websites. Een lokale gids neemt je mee naar Nosy Komba – het eiland met de lemuren – waar dorpsbewoners nog steeds leven van traditionele ambachten. Het kost een extra uur varen, maar het is de enige manier om te begrijpen hoe Madagascar écht functioneert buiten de resort-bubble.

Wat de reisgidsen je niet vertellen

De bootoversteek vanaf Nosy Be’s Hell-Ville haven vertrekt strikt om 09:00 uur. Miss die boot en je wacht tot de volgende dag. Resorts dwingen gasten vaak een overnachting te boeken bij Manga Soa Lodge – begrijpelijk gezien de timing, maar frustrend als je vanuit Europa aankomt.

De beste maanden blijven mei tot oktober, wanneer de droge moessons Madagascar met rust laten. Oktober specifiek biedt dat perfecte kruispunt: 27°C watertemperatuur, minimale regen, en prijzen die net beginnen te zakken voordat het regenseizoen begint in november.

Pak rifveilige zonnebrandcrème in – het resort verkoopt die niet en koraalbescherming wordt hier serieus genomen. Breng ook contant geld voor fooien; pinautomaten bestaan niet op een eiland zonder permanente bewoners.

Wat me blijft bij is die ochtend toen Sarah en ik naar de noordpunt wandelden, waar twee stranden samenvloeien bij laag tij. Geen ander mens te zien. Alleen kraanvogels die in de branding naar krabben zochten. Emma zou hier dol op zijn geweest – de soort plek waar een zevenjarige voor altijd gelooft dat de wereld groter is dan schermen en schema’s.

Madagascar houdt zo’n twintig eilanden als Tsarabanjina verborgen in haar archipels. Maar dit blijft het enige waar je barefoot luxury vindt zonder de barefoot te verliezen aan commerce.