De zonnestralen breken door de ochtendmist terwijl ik langs het 10 kilometer lange Stadskanaal wandel. Dit Groningse dorp van 19.005 inwoners strekt zich uit in een bijna perfecte rechte lijn, met bebouwing aan slechts één zijde – een uniek fenomeen in Nederland. Vannacht sliep ik in een omgebouwde goederenwagon langs de STAR-spoorlijn, waar om 7 uur ’s ochtends de eerste stoomtrein al puffend tot leven kwam. Wat mij direct opvalt: terwijl massa’s toeristen zich verdringen in Giethoorn, heb ik dit Toscaanse landschap langs het water vrijwel voor mijzelf.
Het verborgen Toscane van het Noorden dat in 2025 doorbreekt
Stadskanaal is misschien wel Europa’s best bewaarde geheim in 2025. Met slechts 228.500 jaarlijkse bezoekers (een ratio van 1:12 inwoners) biedt het een verademing vergeleken met overtoeristische bestemmingen. Terwijl ik door het Julianapark wandel, een officieel rijksmonument sinds 1957, vertelt een lokale gids me dat de bezoekerscijfers dit jaar met 37% zijn gestegen.
“Het is nog steeds authentiek,” verzekert hij me. “De echte veenkolonie-ervaring blijft intact.” Met een knipoog wijst hij naar de historische pakhuizen langs het kanaal, nu omgetoverd tot kunstgalerijen en ambachtelijke winkels.
Wat Stadskanaal onderscheidt is de combinatie van erfgoed en activiteit. In tegenstelling tot veel erfgoedbestemmingen waar je alleen mag kijken, kun je hier zelf meerijden op stoomtreinen, deelnemen aan turf-extractie demonstraties, of een traditionele veenkolonie-koffie (met een snufje zout!) bereiden onder begeleiding van lokale experts.
Net zoals Oldenzaal toont hoe industrieel erfgoed leeft, biedt Stadskanaal een levend museum van Noord-Nederlandse innovatie en doorzettingsvermogen.
Waarom Stadskanaal het anti-Giethoorn is dat Europa ontdekt
Wandelend langs het kanaal, realiseer ik me dat dit de Noord-Nederlandse tegenhanger is van Toscane’s heuvels – maar zonder de drukte. Terwijl Volendam overspoeld wordt door massa’s, verwelkomt Stadskanaal bezoekers die authenticiteit zoeken.
“Ik kwam hier zonder verwachtingen en vond een ongerept stukje Nederland. De combinatie van water, industrieel erfgoed en gastvrijheid doet me denken aan hoe Venetië vroeger moet zijn geweest – voordat het door toerisme werd overgenomen.”
De erfgoeddichtheid doet denken aan Marken, maar met een unieke industriële twist. Stadskanaal heeft 4 keer meer historische veenkolonie-woningen per km² dan de Grachtengordel, maar trekt 92% minder bezoekers dan Amsterdam.
Sarah, mijn vrouw en fotograaf, is vooral onder de indruk van de waterlelies die in augustus 94% van bepaalde kanaaldelen bedekken – een fotogeniek schouwspel dat slechts 21 dagen per jaar op zijn hoogtepunt is.
Augustus 2025: waarom nu het perfecte moment is
De timing van mijn bezoek blijkt perfect. Augustus 2025 markeert een cruciaal moment voor Stadskanaal. Met nog slechts 4 officiële stoomtreindagen deze maand (24, 28 en 31 augustus) is er een urgentie die ik zelden voel bij bestemmingen. Elke rit is beperkt tot 375 kaartjes vanwege het authentieke karakter van de historische spoorlijn.
Net zoals Dwingeloo, verbindt de regio industrieel erfgoed met natuurpracht. Met gemiddeld 27°C biedt Stadskanaal bovendien aangename temperaturen vergeleken met de 32°C+ in mediterrane bestemmingen.
De combinatie van “slow travel”-trend (in Nederland +43% in 2024) en de recente certificering als #1 Agrarisch Erfgoedpark Noord-Nederland maakt Stadskanaal tot een must-visit voordat het mainstream wordt.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De beste manier om Stadskanaal te ervaren is per fiets, beschikbaar voor €12 per dag bij het station. Parkeren kan gratis op zes verschillende niveaus onder het verrassend grote winkelcentrum – het derde grootste van Groningen, ondanks de bescheiden bevolking.
Bezoek de stoomtrein vroeg in de ochtend voor de beste foto’s wanneer de stoom opvallend contrasteert met het ochtendlicht. Voor de perfecte kanaalervaring raad ik een kano-tour aan bij zonsondergang (€24 voor 2 uur), wanneer de gebouwen een gouden gloed krijgen.
Verscholen achter het Streekhistorisch Centrum serveert een lokale banketbakker nog steeds koeken volgens een 19e-eeuws veenarbeidersrecept – een smaakervaring die je nergens anders vindt.
Terwijl ik mijn laatste ochtend in Stadskanaal doorbreng, besef ik waarom dit kanaaldorp in 2025 doorbreekt. Het biedt wat mijn dochter Emma altijd “echte plaatsen” noemt – bestemmingen waar het leven doorgaat, onafhankelijk van toerisme. In Stadskanaal voel je je niet als een toerist, maar als een tijdelijke inwoner van een gemeenschap die trots is op haar erfgoed maar niet vastgeroest in het verleden. Zoals de stoomtrein voortbeweegt door het landschap, evolueert Stadskanaal – voortgestuwd door authenticiteit in plaats van commercie.