Gisteren bereikte ik Tjørnuvík na een adembenemende rit over een smalle bergweg. Letterlijk aan het einde van de weg stopte ik bij een dorp van slechts 71 inwoners dat jaarlijks meer dan 10.000 bezoekers verwelkomt. Dit noordelijkste punt van Streymoy, het grootste Faeröer-eiland, voelt als het echte einde van Europa. Voor me strekt een zwart zandstrand zich uit terwijl twee massieve zeestapels – lokaal bekend als Risin og Kellingin (de Reus en de Heks) – als stenen wachters uit zee oprijzen.
Tjørnuvík staat op het punt om de krantenkoppen te halen, en de reden is even fascinerend als alarmerend voor reizigers die op zoek zijn naar authentieke ervaringen. Een geplande tunnel, momenteel in de pre-studiefase, zal in 2026-2027 de 1300-jarige isolatie van dit dorp doorbreken. September 2025 vormt mogelijk je laatste kans om Tjørnuvík te ervaren zoals de Vikingen het kenden.
Een dorp waar elke inwoner 140 toeristen per jaar kan ontvangen
Ik stap uit bij de kleine witte kerk met karakteristiek rood dak, gebouwd in 1937. De stilte is overweldigend, onderbroken door slechts het geluid van schapen en golven. Hier leven 71 mensen in een van Europa’s meest geïsoleerde gemeenschappen, bereikbaar via slechts één smalle weg van 5 kilometer lang.
De afgelegen ligging heeft Tjørnuvík behoed voor de massatoerisme die nabijgelegen IJsland teistert. Net zoals Lavertezzo in Zwitserland zijn turquoise bergwater behoudt door beperkte toegang, beschermt Tjørnuvík zijn authentieke karakter door natuurlijke barrières.
Sarah’s foto’s vangen de dramatische contrasten: gras-bedekte daken tegen zwarte zandstranden, felgekleurde huisjes tegen de grimmige Noordelijke Atlantische Oceaan. We tellen slechts 40-50 huizen in totaal, elk met een verhaal zo oud als de 8e-eeuwse Viking-nederzetting die dit dorp vormde.
De laatste kans voordat moderne toegankelijkheid alles verandert
Wat Tjørnuvík zo bijzonder maakt is niet alleen de schoonheid, maar het gevoel van tijdloosheid. De dorpelingen behouden tradities die elders op de Faeröer vervagen. De lokale kerk herbergt een koor dat eeuwenoude Kingo-hymnen zingt, een traditie die nergens anders meer bestaat.
“Wanneer het tunnelproject voltooid is, verandert alles. We leven nog zoals onze grootouders dat deden, met de zee en bergen als onze grenzen. Binnenkort worden we gewoon een andere stop op de toeristische route.”
Net zoals Hindeloopen wacht op de volgende Elfstedentocht, houdt Tjørnuvík zijn adem in voor een transformatie die eeuwen van isolatie zal doorbreken. De kabelbaan naar Stakkur, een nabijgelegen zeestapel gebruikt voor schaapsbegrazing, is een van de laatste voorbeelden van traditionele Faeröerse landbouwmethoden.
Het zwarte zandstrand hier is niet alleen prachtig, maar vormt ook de populairste surflocatie van de eilanden, ondanks het koude water van gemiddeld 9°C. Terwijl Mullerthal in Luxemburg 200.000 wandelaars trekt met zijn 62 inwoners, biedt Tjørnuvík een nog exclusievere ervaring voor wie de moeite neemt.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De rit naar Tjørnuvík duurt precies één uur vanaf hoofdstad Tórshavn of de luchthaven Vágar. Sinds 2022 is er een verkeersbeheerssysteem geïnstalleerd om de enkelbaans weg veiliger te maken voor toeristen en locals.
Bezoek tijdens september voor de dramatische stormeffecten die de zeestapels omringen. De zon schijnt hier alleen ’s ochtends omdat de vallei enkel naar het oosten open is, dus plan je bezoek voor de vroege ochtenduren voor het beste licht voor fotografie.
Wandelaars kunnen de 3-uur durende route naar het naburige Saksun nemen – een pad dat al eeuwen door locals wordt gebruikt en nu toegankelijk is voor bezoekers. Voor avonturiers is de klim naar Mount Mýlingur een must, met zijn adembenemende uitzichten vanaf steile kliffen.
Gisteravond, terwijl Emma en ik op het zwarte zand stonden kijkend naar de mythische zeestapels, leek de tijd stil te staan. Een lokale visser vertelde ons dat volgens de legende, de Reus en de Heks versteenden toen ze probeerden de Faeröer naar IJsland te slepen. Ze staan er nog steeds, bevroren in de tijd zoals Tjørnuvík zelf – tenminste voor nu. Als je de echte ziel van de Faeröer wilt ervaren, is dit je laatste kans voordat de tunnel een eeuwenoud verhaal voorgoed verandert.