De dauw hangt nog laag over de Rijn terwijl ik langs de rustige oever wandel. Het is 6:30 op een maandagochtend in Arnhem, een stad van 169.302 inwoners die binnenkort de krantenkoppen zal halen. In mijn tien jaar als reisschrijver heb ik zelden zo’n perfecte timing meegemaakt – deze stad staat op het punt te exploderen in populariteit, en ik ben hier slechts twee weken voor de 80-jarige herdenking van de Slag om Arnhem begint.
Wat hier gebeurt is fascinerend. Arnhem combineert exact wat reizigers nu zoeken: authentieke geschiedenis, indrukwekkende natuur en cultuur van wereldklasse – alles zonder de verstikkende mensenmassa’s van Amsterdam, slechts 90 km verderop.
Waarom Duitse toeristen Arnhem ontdekken in 2025
De cijfers liegen niet. Dit jaar ziet Arnhem een 25% stijging in Duitse overnachtingen, terwijl Amsterdam worstelt met overtoerismeprotocollen. Wat trekt hen? Een unieke combinatie die nergens anders in Europa bestaat.
De stad huisvest 30,5 km² stadsbossen – een groengebied 9 keer groter dan Central Park – waarbinnen je binnen 20 minuten kunt wandelen van de op-één-na grootste Van Gogh-collectie ter wereld naar de exacte landingsplaatsen van Operation Market Garden.
Vorig jaar bezocht ik Westerbork met zijn aangrijpende WOII-geschiedenis, maar Arnhem biedt een compleet andere dimensie aan het verhaal. Hier landden de geallieerden in een gewaagde poging Nazi-Duitsland binnen te dringen – een verhaal dat dit jaar zijn 80-jarige herdenking kent.
“In september zullen de hotels vol zitten met veteranen en hun families. Nu, in augustus, heb je de stad nog voor jezelf,” fluistert een vrouw terwijl ze haar hond uitlaat langs de John Frostbrug, de beroemde ‘brug te ver’.
9× meer groen dan Central Park zonder Amsterdam’s drukte
Terwijl Amsterdam 87 bezoekers per hectare park kent, houdt Arnhem vast aan een maximale dichtheid van 15 personen. Dit beleid creëert een serene ervaring zelfs tijdens het hoogseizoen, wanneer het prachtige Sonsbeekpark zijn zomerse glorie toont.
Net als in Spa met zijn unieke combinatie van wellness en F1-adrenaline, biedt Arnhem een verrassend contrast: een stad die tegelijkertijd urban modecultuur en uitgestrekte natuur omarmt.
De Arnhemse Modebiennale (volgende editie: oktober 2025) trekt internationale ontwerpers naar dezelfde straten waar parachutisten landden in 1944. Deze dualiteit maakt Arnhem anders dan elke andere Europese bestemming die ik bezocht heb.
“Wij noemen Arnhem ‘het groene hart van de oorlog’ – en dat is precies wat jullie niet op televisie zien. Hier kun je ’s ochtends door Van Goghs wandelen, ’s middags op een historisch slagveld staan, en ’s avonds in een 700 jaar oud klooster dineren – zonder een toerist tegen te komen.”
Deze beschrijving van een lokale historicus verklaart perfect waarom Arnhem nu plotseling op de radar van Duitse, Belgische en internationale bezoekers verschijnt.
Vergelijkbaar met Hilversum dat Amsterdam’s media-drukte vermijdt, positioneert Arnhem zich als het intelligente alternatief voor massatoerisme.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
Voor de beste ervaring, kom via de N225 vanaf Nijmegen – een schilderachtige route langs de rivier met gratis parkeren bij P+R Gelredome. Vanaf daar brengt een frequente tram je in 12 minuten naar het centrum.
Bezoek Sonsbeekpark ’s ochtends voor 10:00 wanneer de zeldzame morgennevel nog tussen de oude beuken hangt. Toegang tot het park is volledig gratis, net als de meeste historische WOII-sites.
Voor het Kröller-Müller Museum (Van Gogh) heb je een €11,50 toegangskaart nodig plus €9,95 voor het Nationale Park De Hoge Veluwe – maar locals weten dat je op woensdagen na 17:00 slechts half tarief betaalt.
De verborgen parel is de “Dubbele Brug” – een onderwaterconstructie van Operation Market Garden die archeologen pas in 2024 lokaliseerden. Door de huidige droogte is deze alleen in augustus 2025 zichtbaar.
Terwijl Sarah en ik onze fietstocht langs de Rijn afronden, valt me op hoe rustig alles nog is. Over enkele weken zal deze stad volstromen met herdenkingsbezoekers, maar nu hebben we dit juweeltje voor onszelf. Emma, onze dochter, heeft in het historische Airborne Museum net geleerd hoe dichtbij vrijheid en opoffering soms bij elkaar liggen.
Arnhem doet me denken aan een oud Nederlands gezegde: “Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.” Wie deze plek nu ontdekt, voordat september haar in de schijnwerpers plaatst, ontdekt een stukje authentiek Nederland dat binnenkort niet meer zo verborgen zal zijn.