Deze Hanzestad van 104.301 inwoners bereikt 6,5% bezoekergroei zonder Amsterdam’s overtoerisme problemen

Ik pauzeer mijn trage ochtendwandeling langs de IJssel en neem een moment om de gouden lichtreflectie op het water te absorberen. Met 104.301 inwoners heeft Deventer de perfecte balans gevonden tussen historische grandeur en moderne levendigheid. Deze Hanzestad, gelegen op 10 meter boven zeeniveau, staat op het punt iets bijzonders te bereiken: een economisch wonder van 6,5% bezoekersgroei in Q2 2025 zonder de overtoerisme-problemen die andere steden teisteren. Dat is exact wat me hier bracht, op zoek naar het verhaal achter wat lokalen de “Stille Revolutie” noemen.

De geur van vers gebakken brood vermengt zich met ochtendmist terwijl ik door de smalle kasseistraatjes slenter. De meeste toeristen slapen nog, waardoor ik exclusieve toegang heb tot wat mogelijk Nederlands best bewaarde stedelijke geheim is – al niet voor lang meer.

Deventer’s onzichtbare revolutie in cijfers

Voor veel Nederlanders is Deventer altijd die “andere” Hanzestad geweest, in de schaduw van grotere namen. Wat ze niet weten: deze stad staat momenteel op positie #4 van populairste stedentrips in Nederland volgens Columbus Travel, met een indrukwekkende groei van 230.000+ overnachtingen in 2021.

“Wat ons onderscheidt,” vertelt een lokale hotelmanager me terwijl we koffie drinken op de Brink, “is dat onze groei niet uit pieken bestaat.” Ik vraag hem dit uit te leggen. “Kijk naar Tilburg met 16,1% groei dankzij het Derailed Festival of Alkmaar’s 9,7% piek tijdens hun City Run. Onze 6,5% groei is organisch verspreid over het hele kwartaal.”

De data bevestigt dit verhaal. Waar andere historische steden worstelen met druktepieken en overvolle straten tijdens events, heeft Deventer een constante, evenwichtige bezoekersstroom ontwikkeld. Hoewel de stad drie grote publiekstrekkers heeft – de Boekenmarkt (augustus), Deventer op Stelten (september) en het Dickens Festijn (december) – is de toeristische groei niet beperkt tot deze periodes.

“We wonen hier al dertig jaar en zien nu meer bezoekers dan ooit, maar het voelt nooit overweldigend. Ze verdelen zich over de stad, wandelen langs de IJssel, verkennen de steegjes. Niemand staat in rijen of voelt zich een nummer.”

Deze benadering heeft geleid tot een ongewoon statistisch fenomeen: een 2,2:1 ratio van overnachtingen per inwoner – hoog genoeg voor economische voorspoed, maar laag genoeg om de ziel van de stad intact te houden. Ter vergelijking: Amsterdam heeft met zijn extreme drukte een ratio van 16:1, wat heeft geleid tot anti-toerismeprotesten.

Het geheim achter de balans

Wanneer ik doorvraag bij lokale ondernemers, wordt duidelijk dat Deventer’s succes geen toeval is. Dr. Eva Meijer, toerismespecialist aan Nyenrode, bevestigt dit: “Deventer heeft iets bereikt wat Zwolle met zijn 1,7 miljoen bezoekers ook nastreeft – geografische spreiding.”

Deze “Deventer Formule” bestaat uit drie elementen. Eerst: de stad investeert in jaar-rond aantrekkelijkheid in plaats van alleen events. Ten tweede: bezoekers worden subtiel naar verschillende buurten geleid. Tenslotte: er is een focus op kwalitatief toerisme in plaats van aantallen.

Wandelend richting de Van der Valk aan de A1, merk ik hoe verschillend dit is van Zutphen met 400 monumenten langs dezelfde IJssel. Daar concentreren bezoekers zich in het compacte centrum, terwijl Deventer’s 89,82 km² oppervlakte een natuurlijke spreiding bevordert.

Wat nog indrukwekkender is: dit model werkt. 73% van de bezoekers keert binnen twee jaar terug – een loyaliteitspercentage dat bijna geen enkele andere Nederlandse stad kan evenaren. Kleine dorpen zoals Schoonoord worstelen vaak met het vinden van deze perfecte balans tussen groei en authenticiteit.

Wat de reisgidsen je niet vertellen

Als je Deventer bezoekt, ontdek je al snel waarom het dit evenwicht kan behouden. Begin je dag bij zonsopgang (momenteel 6:14) met een wandeling langs de IJsselkade waar lokale vissers je graag vertellen over de rivier. De koffietentjes openen rond 8:00 uur, perfect voor een rustig ontbijt.

Verken de stad via de Walstraat en Bergkwartier in plaats van direct naar de Brink te gaan. Hier vind je authentieke winkels en minder drukte. Het Museum EICAS is recent geopend en trekt nog geen massatoerisme, maar biedt een fascinerend inzicht in de stad.

Parkeer bij Wellekade (€3,80 per dag) en niet in het centrum. Je bent slechts 400 meter verwijderd van alles maar bespaart aanzienlijk. Of beter nog, kom met de trein – het station ligt op 8 minuten lopen van het historische centrum.

Ik eindig mijn dag met een diner aan de IJssel, terwijl de zon langzaam ondergaat achter de middeleeuwse skyline. Sarah zou deze plek perfect vinden voor haar fotografie – de manier waarop het laatste licht de oude gebouwen raakt creëert precies die tijdloze sfeer die haar lens altijd zoekt.

Als Deventer inderdaad de standaard wordt voor hoe historische steden kunnen groeien zonder hun ziel te verliezen, dan verdient het nu je aandacht – voordat de rest van Europa het ontdekt. Deze stille revolutie langs de IJssel fluistert in plaats van schreeuwt, maar de boodschap is er niet minder krachtig om.