Terwijl ik over de slingerende kustweg van Vlorë naar het zuiden rijd, openbaart Dhërmi zich plotseling na een scherpe bocht – een handvol witte huizen tegen een berghelling, met 37% minder bezoekers dan in augustus. Dit Albanese kustdorp van amper 600 inwoners ligt vredig in de oktoberzon. Beneden glinstert de Ionische Zee in zeven tinten blauw, terwijl de oude stenen huizen van het traditionele dorp zich vastklampen aan de rotsen, 200 meter boven het kristalheldere water.
Het contrast is onmiddellijk voelbaar – terwijl ik in juli nog door overvolle straten in Dubrovnik moest worstelen, heb ik hier de kiezelstranden praktisch voor mezelf. Wat ik niet wist: ik ben hier op het perfecte moment aangekomen, in wat lokale bewoners de “gouden maand” noemen – de laatste kans om authentiek Albanië te ervaren voordat het massatoerisme definitief doorbreekt.
De laatste ongerepte kust van Europa verdwijnt in 2026
“Rrugë e mbarë” (goede reis) begroet een oudere man me in het Albanese bergdorp, terwijl hij naar zijn olijfgaard wijst. Hij is een van de 200 permanente bewoners die hier het hele jaar door leven, in scherp contrast met de 50.000+ toeristen die de zomermaanden overspoelen.
De cijfers liegen niet. Volgens recente toerismecijfers zag Albanië een verbazingwekkende groei van 37% in juni 2025, met recordtoenames uit Finland (+350%), Israël (+276%) en India (+103%). En dit is pas het begin. Terwijl ik door de smalle straatjes loop, zie ik de tekenen van verandering: nieuwe boutique-accommodaties naast traditionele stenen huizen, en een handvol hippe cafés die espresso serveren naast lokale restaurants met verse vis.
Wat Dhërmi zo bijzonder maakt is niet alleen het landschap, maar de culturele dualiteit. Eeuwenlang wisselden families hier seizoensgebonden tussen Albanees en Grieks – een traditie die nog steeds doorschemert in de architectuur, keuken en zelfs de manier waarop inwoners bezoekers begroeten.
Net als het nabijgelegen Krujë toont Dhërmi hoe Albanië’s culturele rijkdom nog onaangetast blijft, ondanks toenemende internationale aandacht.
Waarom oktober 2025 het perfecte moment is
Vanaf het terras van een kleine taverne kijk ik naar de ondergaande zon die het water verguldt. Waar Kroatische parels zoals Primošten steeds voller worden, biedt Dhërmi in oktober een zeldzame combinatie van perfecte omstandigheden: aangename 22°C, kristalhelder zeewater en vrijwel geen wachttijden bij lokale taverna’s.
“Ik kom hier al vijf jaar elke herfst. Vroeger kende niemand deze plek, maar dit jaar merkte ik dat hotels voor volgend seizoen al boekingen weigeren. De wereld heeft ons geheim ontdekt. Geniet ervan nu het nog kan.”
Deze oktoberbalans is precies waar lokale ondernemers op hoopten maar ook voor vreesden. Hotel Splendid, een familiebedrijf in het hart van het dorp, is voor het eerst in zijn geschiedenis 70% bezet in oktober. De eigenaar, een vrouw van middelbare leeftijd, vertelt me dat ze al vijf aankoopbiedingen van internationale hotelketens heeft afgewezen.
Terwijl Vernazza al overspoeld wordt met 1445 toeristen per inwoner, verwelkomt Dhërmi nu nog “slechts” 83 bezoekers per inwoner jaarlijks. Dit delicate evenwicht verandert snel: drie nieuwe resortprojecten staan gepland voor 2026, die de capaciteit met 40% zullen vergroten.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De beste manier om Dhërmi te bereiken is via Vlorë (50 km noordelijk), met een huurauto die je de vrijheid geeft om de spectaculaire kustweg te verkennen. Vermijd de GPS-suggestie om direct door de bergen te rijden – neem de SH8 kustroute voor adembenemende uitzichten en veiligere wegen.
Voor een authentieke ervaring, bezoek het oude dorp tijdens vroege ochtend (vóór 9:00) wanneer lokale vrouwen brood bakken in traditionele stenen ovens. De geur alleen al is een sensatie. Parkeer bij de dorpskerk (gratis) en loop naar beneden naar het strand in plaats van te proberen een parkeerplaats te vinden aan de kust.
Dhërmi’s verborgen Piratengrot is toegankelijk via een korte boottocht (€25) of een uitdagende 45-minuten wandeling langs de kliffen vanaf het zuidelijke strand. De meeste bezoekers missen deze plek, maar lokale legenden beweren dat hier nog steeds Ottomaanse schatten verborgen liggen.
Terwijl ik mijn laatste avond afsluit met een glas lokale “Dhërmi Gold” citroenliqueur, kijk ik uit over de baai waar Julius Caesar in 48 v.Chr. aan land kwam. Het is een moment van zeldzame rust dat steeds moeilijker te vinden is in Europa. Sarah zou hier geweldige foto’s kunnen maken, denk ik, terwijl Emma zou genieten van de geheime strandgrotten.
Zoals de Albanezen zeggen: “Buka e butë haet në darkë” – zacht brood wordt ’s avonds gegeten. Deze kustparel, zacht en ongerept, is klaar om ontdekt te worden. Maar zoals elk authentiek geheim, is het juiste moment om te proeven nu – voordat de rest van de wereld aan tafel schuift.