Ik stap uit de kleine rode huurauto en ben direct betoverd. Voor me ligt Saksun, een magisch fjorddorp met slechts 30 inwoners genesteld tussen steile bergwanden op 62.273° noorderbreedte. De zwarte zandlagune glinstert in het ochtendlicht. Dit afgelegen Faeröer juweeltje ligt 40 kilometer van hoofdstad Tórshavn, maar voelt als een tijdreis naar het verleden. Een trage oceaanmist rolt over de eeuwenoude turfhuizen terwijl ik me afvraag hoe lang dit dorp zijn authenticiteit kan behouden.
Het laatste authentieke Faeröer dorp voordat massatoerisme toeslaat
Wat maakt Saksun zo bijzonder? Met een bevolkingsdichtheid van amper 1 inwoner per 0,24 km² behoort het tot de dunstbevolkte gemeenschappen van Europa. Ter vergelijking: Venetië heeft 630 inwoners per km². Deze demografische zeldzaamheid schept een unieke sfeer.
De traditionele turfhuizen met grasbegroeiing domineren het beeld – 85% van alle gebouwen hier is historisch erfgoed. Het 17e-eeuwse Dúvugarðar museum huisvest niet alleen historische schatten maar is onderdeel van een actieve schapenboerderij met 710 ooien.
De toegang tot het museum kost 150 DKK (ongeveer €20), wat betekent dat dagelijks meer geld dan mensen door dit dorp stroomt. Een economische anomalie die verder nergens in West-Europa voorkomt. Net zoals bepaalde Noorse havenstadjes hun architectonische parels koesteren, bewaakt Saksun zijn erfgoed met strikte toegangsregels.
Wat me het meest fascineert is de zwarte zandlagune. Bij eb onthult deze een verborgen doorgang naar de Atlantische Oceaan – een natuurlijk fenomeen dat tweemaal daags plaatsvindt en zorgt voor een voortdurend veranderend landschap.
Waarom 2025 het beslissende jaar wordt voor Saksun
De Faeröer maken momenteel een toeristische transformatie door. Toerisme-inkomsten verdubbelden naar €125 miljoen in 2023, groeiend van 1% naar 6% van het BBP in slechts acht jaar. Experts voorspellen een explosieve groei naar 300.000-500.000 bezoekers binnen vijf jaar – op eilanden met slechts 55.000 inwoners.
Kijk naar wat gebeurde met kleine Italiaanse vissersdorpen, waar sommige gemeenschappen nu jaarlijks meer dan 1400 toeristen per inwoner ontvangen. Saksun staat op hetzelfde kantelpunt.
“We zien hoe de vredige energie van deze plek verschuift. Vroeger ontmoetten we alleen toegewijde reizigers die de stilte respecteerden. Nu horen we steeds vaker drones, selfies en luide gesprekken. Het voelt alsof we het laatste hoofdstuk van een tijdperk beleven.”
Oktober 2025 biedt nog een perfecte timing – de dramatische herfstkleuren transformeren het fjordlandschap in een natuurlijk schilderij zonder de toenemende zomerdrukte. De wandelroute naar het strand is momenteel nog gratis toegankelijk, maar lokale autoriteiten overwegen een reserveringssysteem voor 2026.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De beste toegang tot Saksun is via de winding 50-route met gratis parkeren bij de kerk. Maar kom vóór 10:00 uur of na 16:00 uur – de midden van de dag brengt touringcars uit Tórshavn. In de vroege ochtend heb je soms het hele dorp voor jezelf.
De kerkdiensten op zondag zijn open voor bezoekers, maar fotograferen is tijdens ceremonies niet toegestaan. Een onverwachte culturele onderdompeling die weinigen ervaren.
Net als bepaalde Belgische dorpen heeft Saksun geen hotels, maar er is één lokale gastenkamer beschikbaar voor 850 DKK per nacht. Reserveer minstens drie maanden vooruit als je wilt overnachten.
Volg het pad richting oceaan voor de beste uitzichten, maar respecteer de “privéterrein” borden – dit is nog steeds een functionerende gemeenschap, geen openluchtmuseum.
Terwijl ik afscheid neem van Saksun en mijn dochter Emma’s favoriete Faeröer legende over de beschermende zeegeest vertel, besef ik dat dit dorp de essentie vertegenwoordigt van wat we zoeken in onze reizen – een authentieke plek waar mensen nog leven zoals hun voorouders, ongehinderd door de moderne wereld. Maar zoals de Faeröerse uitdrukking luidt: “Sjógvurin tekur, sjógvurin gevur” (de zee neemt, de zee geeft) – en de golven van verandering naderen snel dit tijdloze haventje.