Dit Belgische Namur van 115.029 inwoners verbergt Europa’s laatste middeleeuwse steltgevecht sinds 1411

Ik stap uit de trein op het statige Station Namur en word meteen begroet door een fascinerende contradictie. Voor me ligt de officiële hoofdstad van Wallonië, een stad met 115.029 inwoners waar twee machtige rivieren samenvloeien. Maar wat me werkelijk versteld doet staan, is wat ik net gemist heb – slechts vier dagen geleden transformeerde deze rustige stad in een middeleeuwse arena voor Europa’s laatst overgebleven steltgevecht, een traditie die ononderbroken sinds 1411 plaatsvindt.

De herfstzon werpt een gouden gloed over de majestueuze Citadel terwijl ik door de smalle straten van het historische centrum wandel. Het is bijna onvoorstelbaar dat deze rustige plek afgelopen zondag het toneel was van een spektakel dat al 614 jaar overleeft, maar waar weinigen buiten België van gehoord hebben.

Europa’s laatst overgebleven middeleeuwse steltstrijd

Namur bewaart een cultureel fenomeen dat nergens anders ter wereld bestaat. Op de derde zondag van september vullen twee rivaliserende teams – de Mélans (geel-zwart) en de Avresses (rood-wit) – het Place Saint-Aubain, gekleed in middeleeuwse kostuums en balancerend op houten stelten van 1,5 meter hoog.

“Combat de l’Échasse d’Or” is geen toeristische reconstructie maar een levend cultureel ritueel. De strijders trainen het hele jaar door voor dit ene moment. Het doel? De tegenstanders van hun stelten stoten tot er slechts één team overeind blijft.

Bij het Museum Les Bateliers op Rue Joseph Saintraint ontmoet ik Marcel, een lokale historicus. “Deze traditie overleefde oorlogen, revoluties en pandemieën,” vertelt hij me terwijl hij naar eeuwenoude afbeeldingen van steltlopers wijst. “In 2021 erkende UNESCO dit als immaterieel cultureel erfgoed, maar vreemd genoeg blijft het een geheim voor de buitenwereld.”

Het ontstaan van deze traditie is gehuld in mysteries. Sommigen beweren dat de inwoners van Namur in de 15e eeuw stelten gebruikten om droge voeten te houden tijdens frequente overstromingen van de Samber en Maas. Anderen geloven dat het een militaire oefening was om vijandelijke linies te overzien.

Een verborgen hoofdstad zonder massatoerisme

Terwijl Belgische plaatsen als Hoogstraten bekend staan om hun aardbeiencultuur, bewaart Namur een levend cultureel erfgoed dat even uniek is. Het contrast met andere Belgische steden is opvallend. Brugge trekt jaarlijks meer dan 8 miljoen toeristen, terwijl Namur’s spectaculaire steltjoust slechts enkele duizenden bezoekers ontvangt.

“Wij leven ons erfgoed in plaats van het tentoon te stellen. Wanneer onze jeugd op stelten traint op pleintjes waar dat al eeuwen gebeurt, is dat geen show voor toeristen – het is wie wij zijn.”

De citadel die majestueus over de stad waakt beslaat een oppervlakte die groter is dan de hele binnenstad van Brugge, maar ontvangt 95% minder bezoekers. Net als het Franse kasteel van Sedan geniet deze indrukwekkende versterking een serene rust die contrasteert met overtoeristische monumenten.

Terwijl ik langs de samenvloeiing van Samber en Maas wandel, herinnert de rivierdynamiek me aan Amiens met zijn waterrijk erfgoed. Maar Namur heeft een heel andere culturele ziel, verankerd in Waalse tradities en politieke betekenis als regionale hoofdstad.

Wat de reisgidsen je niet vertellen

De perfecte manier om Namur te beleven is door vroeg in de ochtend de kabelbaan naar de Citadel te nemen, geopend vanaf 10:00 uur voor slechts €5 retour. Vanaf daar geniet je van panoramische uitzichten over beide rivieren zonder de menigte.

Bezoek het Félicien Rops Museum op dinsdagochtend wanneer de lokale markt plaatsvindt – je betaalt €5 toegang en krijgt een fascinerend inzicht in deze controversiële kunstenaar uit Namur die revolutionaire kunst maakte.

Verfijnde reizigers plannen hun bezoek voor eind november, wanneer het lichtfestival “Namur en Lumière” de wintermaanden verlicht. Locals verzekeren me dat dit spektakel steeds indrukwekkender wordt, met lichtprojecties op de historische gebouwen en citadel.

Terwijl de zon langzaam achter de citadel zakt, neem ik de laatste foto’s van deze dubbele hoofdstad waar traditie nog authentiek voortleeft. Mijn vrouw Sarah zou gefascineerd zijn door de middeleeuwse architectuur, terwijl onze dochter Emma ongetwijfeld zou smeken om het steltlopen te leren. Namur is als een eeuwenoud boek waarvan slechts weinigen de pagina’s hebben omgeslagen – een verhaal dat wacht om ontdekt te worden door wie verder kijkt dan de bekende routes.