Dit Nederlandse havendorp van 3660 inwoners heeft directe Noordzeetoegang die Amsterdam mist

De zeebries voelt anders in Stellendam. Dat merk ik meteen terwijl ik mijn auto parkeer bij de haven, slechts 68 kilometer ten zuidwesten van Rotterdam. Dit bescheiden dorp van 3.660 inwoners herbergt iets wat zelfs Amsterdam niet heeft: een jachthaven met directe toegang tot de Noordzee. Het contrast is verbluffend – zo’n kleine gemeenschap met zo’n zeldzame maritieme luxe.

Vanmorgen om 7:30 ontmoet ik Kees, een derde-generatie visser die bezig is met het sorteren van verse Stellendammer garnalen. Hij wijst naar het kanaal dat rechtstreeks naar de Noordzee leidt. “Dat is wat ons bijzonder maakt,” zegt hij terwijl we uitkijken over de haven waar traditionele kotters naast moderne jachten liggen.

Het Nederlandse dorp met directe Noordzeetoegang die grootsteden missen

Wat Stellendam werkelijk onderscheidt is Marina Stellendam – één van slechts drie Nederlandse jachthavens met directe toegang tot de Noordzee vanaf het vasteland. Voor zeilers betekent dit geen sluizen, geen wachttijden, geen beperkingen door getijden – slechts 15 minuten varen en je bent op open zee.

“Het is alsof je een geheim ontdekt,” fluister ik tegen mijn vrouw Sarah via video-call, terwijl ik haar de haven laat zien. Voor zeilliefhebbers is dit een openbaring – een haven van 450 ligplaatsen met onmiddellijke oceaantoegang, verstopt in een dorp dat de meeste Nederlandse toeristen overslaan.

Achter deze toegankelijkheid schuilt een fascinerende geschiedenis. Stellendam is gebouwd op land dat pas in de 18e eeuw droogviel. Het dorp herrees uit een middeleeuws eiland genaamd Zomerland dat rond 1220 bestond maar herhaaldelijk door de zee werd verzwolgen. Waar je nu loopt, was ooit zeebodem.

Net als nabijgelegen Ouddorp bewaart Stellendam eeuwenoude tradities in moderne tijd. Maar waar Ouddorp bekender is voor landbouwtechnieken, ademt Stellendam pure maritieme historie.

Tussen werkende vissershaven en natuurparadijs

Anders dan toeristische vissersplaatsen als Volendam, blijft Stellendam authentiek. Twintig actieve vissersboten brengen dagelijks hun vangst binnen – geen show voor toeristen, maar echte visserij als levensonderhoud. De lokale economie draait voor 40% op visserij-gerelateerde activiteiten.

Waar Nieuwpoort in België indruk maakt met grootte, biedt Stellendam iets zeldzamers: directe oceaantoegang en authentieke visserscultuur zonder massatoerisme.

“Ik kom hier al twintig jaar. Toen ik mijn boot van Amsterdam naar hier verplaatste, voelde het alsof ik dertig jaar terug in de tijd ging – dezelfde zee, maar een totaal andere ervaring van Nederland, rauwer en echter.”

Naast maritieme activiteiten biedt Stellendam ook bijzondere natuurervaringen. A Seal, de grootste zeehondenopvang van West-Europa, rehabiliteert jaarlijks meer dan 150 zeehonden. In de herfst van 2025 is dit een perfecte timing – de zeehondenmigratie brengt deze fascinerende dieren dichter bij de kust.

Samen met Goedereede vormt Stellendam deel van Goeree-Overflakkee’s verborgen erfgoed, waar authenticiteit nog echt telt.

Wat de reisgidsen je niet vertellen

De beste manier om Stellendam te ervaren is via de N57, met gratis parkeren direct bij de haven. Voor het ultieme zeehonden-spotten, bezoek A Seal tijdens de voedermomenten om 11:00 en 15:00. In het najaar van 2025 kun je zelfs meelopen met verzorgers tijdens speciale begeleide tours.

Voor een authentieke lunch, vermijd de toeristische opties en kies ’t Wapen van Stellendam – gevestigd in een historisch pand uit 1782 en beroemd om hun Stellendammer garnalen die ’s ochtends worden gevangen en ’s middags worden geserveerd.

De meeste bezoekers missen de zonsondergang bij het havenhoofd, maar juist dan tonen lokale vissers de traditionele “tide singing” – een eeuwenoude zangtechniek die vissers gebruiken om het ritme van het netten binnenhalen te coördineren.

In tegenstelling tot wat je misschien verwacht, is het beste moment om Stellendam te bezoeken niet de zomermaanden, maar juist september tot november. De toeristenmassa’s zijn verdwenen, de visserijactiviteit blijft constant, en de zeehondenmigratie is in volle gang.

Als ik terugwandel naar mijn auto, passeer ik een van de Noorse geschenkwoningen – houten huizen die Noorwegen schonk na de watersnoodramp van 1953. Ze staan er nog steeds, symbolen van internationale solidariteit en veerkracht.

Stellendam voelt als een tijdcapsule – niet zoals Brugge of andere toeristische “levende musea”, maar als een werkend dorp waar maritieme tradities gewoon doorgaan, ongeacht wie er kijkt. Het is Nederland in zijn meest elementaire vorm: een gemeenschap die leeft met, van en soms tegen de zee. Terwijl mijn dochter Emma ooit schreef in haar schoolopstel: “Sommige plaatsen vertellen niet wie ze zijn, ze laten het zien.” Stellendam is zo’n plek.