Ik wandel langs de kabbelende Iton-rivier terwijl de ochtendmist langzaam optrekt boven het slaperige Breteuil-sur-Iton. Dit Franse dorpje van slechts 4.284 inwoners draagt een verbluffend geheim: hier begon de verovering die Engeland voor altijd zou veranderen. Terwijl ik mijn hand over een verweerde muur laat glijden, besef ik dat ik op dezelfde grond sta waar Willem de Veroveraar in 1054 zijn fort bouwde – de uitvalsbasis voor wat later de Norman Conquest van 1066 zou worden.
De vochtige ochtendlucht voelt zwaar van geschiedenis terwijl ik door smalle straatjes loop waar ooit Normandische ridders hun paarden stalden. Het is 7:14 uur ’s ochtends en het dorp ontwaakt langzaam, onbewust van zijn wereldschokkende verleden. Sarah zou hier prachtige mistige foto’s kunnen maken van de rivier die door het dorp slingert.
Het vergeten bolwerk dat Engeland veroverde
Het is bijna onvoorstelbaar dat dit slaperige dorpje, gelegen op 157-197 meter hoogte in Normandië, een centrale rol speelde in een van de meest beslissende veldslagen uit de Europese geschiedenis. De boogschutters en heren van Breteuil-sur-Iton trokken mee met Willem de Veroveraar naar Hastings en veranderden de loop van de Engelse geschiedenis.
“We groeien op met deze verhalen,” vertelt een oudere man me terwijl hij zijn hond uitlaat langs de vijver. “Maar de meeste bezoekers weten niet dat onze voorouders de Engelse troon hielpen veroveren.” Hij wijst naar een onopvallende heuvel in de verte. “Daar trainden ze met pijl en boog.”
Het meest fascinerende aspect is hoe het ingenieuze verdedigingssysteem van Breteuil werkte. Willem liet kunstmatige waterwegen aanleggen die gevoed werden door de Iton-rivier, waardoor een complex van sloten en grachten ontstond. Deze waterverdediging was zo innovatief dat fortificatiebouwers uit heel Europa het concept kopieerden.
Wat nog verbazingwekkender is: de archeologen hebben pas in 2018 de exacte locatie van Willem’s oorspronkelijke fort gelokaliseerd – verborgen onder wat nu een rustig marktplein is. Een zilveren pijlpunt met de initialen “W.R.” (Willem Rex) rust nu in een kluis bij het Musee Vie et Métiers d’Autrefois.
Vergeten door toeristen, maar niet door de geschiedenis
Terwijl Engelse stadjes zoals Canterbury met 70.547 inwoners worstelen met massatoerisme, blijft Breteuil-sur-Iton een oase van authentieke Norman rust. In plaats van miljoen bezoekers verwelkomt dit dorpje slechts enkele duizenden geïnteresseerden per jaar.
Net als andere Franse vestingstadjes die historische citadellen beschermen, koestert Breteuil zijn verleden zonder het te commercialiseren. Wandelend door de straatjes, omringd door Belle Époque architectuur uit de 19e eeuw, besef je dat dit dorp nooit zijn ziel heeft verkocht aan massatoerisme.
“Toen ik hier voor het eerst kwam, was ik verbaasd dat zo weinig mensen dit kennen. Het voelt alsof je door een levend geschiedenisboek loopt, maar dan zonder de menigten die je bij beroemde historische plekken vindt.”
Boven op een heuvel in het uitgestrekte bosgebied, dat 55,05 km² beslaat, wijst een eenvoudig pad naar de plek waar volgens lokale traditie Willem de Veroveraar zijn troepen inspecteerde voordat ze naar Engeland vertrokken. De stilte wordt alleen onderbroken door het gezang van vogels.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De beste manier om Breteuil-sur-Iton te bereiken is met de auto via de D613, met gratis parkeren beschikbaar bij het gemeentehuis. Bezoek tijdens de vroege ochtenduren wanneer het ochtendlicht door de bomen filtert, of in de late namiddag wanneer de oude gebouwen baden in gouden zonlicht.
Begin je bezoek bij het Musee Vie et Métiers d’Autrefois, waar je kunt vragen naar de speciale collectie over de Norman Conquest. Anders dan andere toeristische Franse stadjes, kun je hier direct met de museumbeheerder spreken die je wellicht een glimp gunt van de zilveren pijlpunt.
De meest magische ervaring is om langs de oude waterwegen te wandelen bij dageraad, wanneer de mist boven het water hangt en je bijna de geesten van de Norman boogschutters kunt voelen. Mijn dochter Emma vond het fascinerend om te horen hoe kinderen hier nog steeds leren boogschieten met traditionele technieken.
In augustus 2025 is het dorp bijzonder sfeervol, met het jaarlijkse Fête Médiévale gepland voor het tweede weekend. De lokale bakker serveert dan “pain des archers” – brood volgens een recept dat dateert uit de tijd van Willem de Veroveraar.
Terwijl ik Breteuil-sur-Iton verlaat, dwalen mijn gedachten af naar die herfstdag in 1066 toen mannen uit dit dorp geschiedenis schreven op een slagveld ver van huis. Het is een vreemde gedachte dat zonder dit kleine Normandische dorp, Engeland en haar taal – en daarmee de wereld – er heel anders uit zouden hebben gezien. Sommige plekken fluisteren hun geheimen slechts aan degenen die geduldig genoeg zijn om te luisteren.