Dit Friese stadje van 13040 inwoners waar 5 rivalen samen wonnen van werelds zwaarste schaatsrace

Ik stap uit mijn auto op een warme augustusochtend terwijl de zon de eeuwenoude kerktoren van Dokkum verguldt. In dit kleine Friese stadje van 13.040 inwoners werd exact 85 jaar geleden een van de meest ontroerende momenten in de sportgeschiedenis geschreven. Hier, op 30 januari 1940, slechts 24 uur voor de Duitse invasieplannen tegen Nederland in werking traden, sloten vijf concurrerende schaatsers een pact dat de wereld zou verbazen.

Het mysterieuze Pact van Dokkum: 5 winnaars in één race

Terwijl ik over de historische bolwerken van de stad wandel, ontvouwt zich het verhaal. De zesde Elfstedentocht van 1940 begon met 3.404 deelnemers die zich waagden aan wat zou uitgroeien tot de meest gruwelijke schaatsmarathon in de geschiedenis. Ik sta stil bij de plek waar vijf uitgeputte mannen besloten samen te finishen.

“Zullen we gelijk in Leeuwarden aankomen en samen winnen?” stelde Cor Jongert voor aan zijn medekoplopers. Deze woorden, uitgesproken in Dokkum na 200 kilometer schaatsen door “Siberische verschrikkingen”, vormden het begin van een legendarisch pact.

Van de duizenden starters bereikten uiteindelijk slechts 67 schaatsers de finish – een overlevingspercentage van amper 2%. Het ijs was zo zwaar dat deelnemers letterlijk bevroren aan de finish aankwamen, sommigen met witte vorstvlekken die dagen later nog zichtbaar waren.

De vijf mannen – Piet Keijzer, Auke Adema, Dirk van der Duim, Cor Jongert en Sjouke Westra – schaatsten samen over de eindstreep in Leeuwarden. Na urenlang beraad besloot het Elfstedenbestuur iets ongekends: alle vijf werden uitgeroepen tot winnaar en ontvingen een gouden medaille.

Een stukje geschiedenis gevangen in de tijd

Wat niemand wist tijdens die ijzige januaridag: dit zou de laatste Elfstedentocht zijn voordat Nederland in de Tweede Wereldoorlog werd getrokken. Net zoals Broek in Waterland zijn authenticiteit bewaart als tijdcapsule, heeft Dokkum dit moment van sportieve solidariteit geconserveerd.

De dramatiek van die dag overtreft zelfs de beroemde Zuidpool-expeditie van Scott. Het was letterlijk een race tegen de elementen, waarbij schaatsers verdwenen in sneeuwstormen en later half bevroren werden teruggevonden door reddingswerkers.

“Die mannen hadden geen idee dat ze de volgende dag zouden ontwaken in een land dat op het punt stond bezet te worden. Hun beslissing om samen te winnen, symboliseert voor ons nu de Nederlandse eenheid die ons door de oorlogsjaren zou helpen.”

Vandaag bewaart het Admiraliteitshuis Museum stille getuigen van deze historische dag: originele startkaarten, foto’s van de vijf winnaars, en zelfs een paar schaatsen dat tijdens de tocht werd gedragen. Vergelijkbaar met hoe Gouda’s glaskunst verbergt ook Dokkum onverwachte culturele schatten.

Wat de reisgidsen je niet vertellen

De beste manier om het verhaal van het Pact te beleven is een wandeling langs de Elfstedenroute die door de stad loopt. Begin bij de Markt, waar een onopvallende plaquette de plek markeert waar de schaatsers mogelijk hun historische besluit namen.

Bezoek Dokkum tussen 9 en 11 uur ’s ochtends wanneer het stadje nog rustig is. In het Admiraliteitshuis (toegang €7,50) kun je vragen naar de speciale Elfstedencollectie die niet altijd tentoongesteld wordt.

Voor de echte insider-ervaring raad ik café ’t Pannenkoekschip aan, waar lokale ouderen tijdens koude winterdagen nog steeds verhalen delen over de tocht van ’40. Zoals Thorn ooit een vorstendom was, was Dokkum het centrum van een sportlegende die grenzen overschreed.

De statige stadswallen, volledig intact gebleven sinds de 16e eeuw, bieden een 3,5 kilometer wandelroute met uitzicht over de historische binnenstad. In augustus bloeit hier wilde malva, een schril contrast met het bevroren landschap van januari 1940.

Een tijdloze les in solidariteit

Terwijl de zon langzaam klimt boven de karakteristieke bolwerken, realiseer ik me dat wat hier gebeurde verder reikt dan sport. Het Pact van Dokkum vertegenwoordigt iets wat we in onze tijd hard nodig hebben: het vermogen om zelfs in de zwaarste omstandigheden samen te werken.

Toen ik mijn dochter Emma over het verhaal vertelde, vroeg ze direct: “Maar papa, wilde niemand écht winnen?” Misschien ligt daar de tijdloze waarde van Dokkum’s verhaal – soms betekent samen over de eindstreep komen meer dan als eerste aankomen.

In een wereld die steeds competitiever wordt, staat dit kleine Friese stadje als monument voor een zeldzaam moment waarop rivaliteit plaatsmaakte voor broederschap – een erfenis die waardevoller is dan goud.