Ik parkeer mijn huurauto bij de verborgen kade langs de Linge en loop de smalle straat in waar Tiel’s beroemdste inwoner me verwelkomt. Een levensgroot standbeeld van een vrolijk fruitmannetje met een hoed vol aardbeien staat trots voor me. Dit is Flipje, het 90-jarige marketingicoon dat onlosmakelijk verbonden is met deze 42.575 inwoners tellende Hanzestad. Terwijl ik door de historische straten wandel, valt me iets bijzonders op: Flipje is overal – op vlaggen, in etalages, zelfs op stoeptegels. En dat terwijl deze stad stilletjes groeit naar 50.000 inwoners tegen 2035, een spectaculaire groei zonder haar ziel te verliezen.
Een 90-jarige mascotte die een stad definieerde
Flipje is meer dan zomaar een cartoon. Geboren in 1935 als reclamefiguurtje voor jamfabriek ‘De Betuwe’, groeide hij uit tot een van Europa’s oudste overlevende marketingsymbolen, in dezelfde categorie als het Franse Michelin-mannetje. Terwijl ik het Flipje & Streekmuseum binnenloop, vind ik een verbluffende verzameling van meer dan 1.400 stripboeken en memorabilia.
“Wie Tiel zegt, zegt Flipje. En wie Flipje zegt, zegt Tiel,” vertelt de museumgids me terwijl ze wijst naar de originele tekeningen van illustrator Eelco ten Harmsen van der Beek. De jamfabriek sloot in 1993, maar Flipje bleef. Zelfs in officiële gemeentedocumenten uit 2025 staat het fruitbaasje als symbool voor Tiel’s identiteit, terwijl de stad een ingrijpende transformatie ondergaat.
Wat werkelijk opmerkelijk is: terwijl Tiel naar 50.000 inwoners groeit, verweeft het zijn eeuwenoude geschiedenis met moderne ontwikkeling zonder zijn karakter te verliezen. De straten voelen rustig aan, een schril contrast met het overweldigende toerisme dat drukke Nederlandse havensteden zoals Hoorn teistert.
De verrassende culturele erfenis van een fruitstad
Op 7 meter boven zeeniveau wandel ik langs de Waterpoort, een imposante 16e-eeuwse toegangspoort. De stad heeft zijn Hanzegeschiedenis behouden op een manier die doet denken aan andere charmante IJsselsteden zoals Zutphen. Toch heeft Tiel iets wat die steden missen: een tastbare culturele mascotte die generaties heeft overleefd.
“In onze stad leven we met de rivieren en met Flipje. Terwijl Amsterdam verdrinkt in toeristen, blijven wij authentiek. We hebben maar 3 bezoekers per inwoner per jaar – en dat houden we graag zo.”
Wat Tiel bijzonder maakt is hoe het zijn fruitcultuur heeft behouden. De Betuwe-streek staat bekend om zijn boomgaarden, maar alleen Tiel heeft deze identiteit zo sterk omarmd dat het deel werd van het stedelijk DNA. Net zoals Franse dorpen hun culinaire tradities koesteren, beschermt Tiel zijn fruiterfgoed fanatiek.
Tijdens het jaarlijkse Fruitcorso in september transformeren praalwagens versierd met lokaal fruit de straten in een kleurrijk schouwspel. En elk jaar in juni brengt het Flipje Festival theater, muziek en kunst naar de historische binnenstad – allemaal geïnspireerd door het vrolijke fruitbaasje.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
Bezoek Tiel op een donderdag voor de beste ervaring, wanneer de wekelijkse markt lokale producten aanbiedt tussen 8:00 en 13:00 uur. Parkeer gratis bij de Westluidensepoort en wandel naar het centrum, een korte 350 meter stap.
Voor de echte insiderervaring, probeer de “Tielse Kermiskoek” bij Bakkerij Oosterling op het marktplein, een lokale specialiteit gemaakt volgens een 128 jaar oud recept met appelsiroop uit eigen boomgaarden. Of bezoek de verborgen Stille Moestuin achter de Caeciliakapel, alleen toegankelijk op donderdagochtend tussen 10:00 en 11:00 uur.
Als je echt geluk hebt, vang je een glimp op van de zeldzame “bloesemnevel” in de vroege ochtend – een lokaal natuurfenomeen waarbij een zachtgele mist over de rivier en de boomgaarden hangt, meestal tussen 6:30 en 7:30 uur in het voorjaar en de vroege zomer.
Terwijl Sarah foto’s maakt van de reflecties in de oude stadsgracht, kan ik niet anders dan denken aan hoe perfect Tiel de Nederlandse paradox belichaamt: groei zonder verlies van identiteit. Kleine Emma zou dol zijn op de vrolijke Flipje-beelden. Dit is geen stad die vastzit in het verleden of wild vooruitrent naar de toekomst – het is een plek die haar erfgoed koestert terwijl ze voorzichtig evolueert. Als een perfect rijpe Betuwe-appel: zoet, maar met net genoeg scherpte om je bij te blijven.