Terwijl ik de smalle keienstraatjes van Culemborg doorloop, ervaar ik meteen waarom deze plek een gouden vondst is voor reizigers die authenticiteit zoeken. Amper 35 minuten vanaf Utrecht, maar een wereld van verschil. De middeleeuwse vestingstad met 30.293 inwoners ligt prachtig aan de rivier de Lek, waar zojuist het ochtendlicht de historische gevels in warme tinten verlicht. De toeristenbelasting is hier recent verdubbeld naar €2,70 per nacht – een maatregel die veel Nederlandse gemeenten nemen om toerisme in balans te houden.
Ik sla linksaf bij de hoek van de Markt, waar lokale bewoners rustig koffie drinken terwijl ze naar voorbijgangers knikken. Geen selfie-sticks, geen wachtrijen, geen toeristenmenu’s in zes talen. En dat is precies waarom u nu over Culemborg zou moeten lezen.
De stille revolutie tegen massatoerisme
Culemborg is een van de best bewaarde middeleeuwse vestingsteden van Nederland, met eeuwenoude stadswallen die nu dienst doen als openluchtpodium voor lokale evenementen. Waar vergelijkbare historische steden zoals Heemstede worstelen met toenemende bezoekersaantallen, kiest Culemborg bewust voor kleinschaligheid.
“We willen niet het volgende Amsterdam worden,” vertelt een medewerker van het VVV-kantoor mij terwijl ik naar een plattegrond kijk. “Mensen komen hier voor rust en authentieke ervaring, niet om in de rij te staan.”
Deze filosofie zie je terug in de 100% verhoging van de toeristenbelasting die in 2025 is ingevoerd – een trend die we in meerdere Nederlandse gemeenten zien. Maar in tegenstelling tot steden die worstelen met overtourism zoals Amsterdam, gebruikt Culemborg deze inkomsten om het historische centrum toegankelijk maar rustig te houden.
Culemborg versus Amersfoort: waarom kiezen voor rust
Terwijl ik de 16e-eeuwse vestingmuren verken, valt me op hoe anders deze ervaring is dan in Amersfoort, waar ik gisteren was. Beide hebben prachtige historische centra, maar in Culemborg ontbreekt de drukte die Amersfoort kenmerkt. Lokale cafés hebben hier nog tafels vrij op het terras, zelfs op een zonnige augustusdag.
“Ik kwam voor een dagje maar blijf nu drie nachten. Er is een rust hier die je niet meer vindt in bekendere plaatsen, en toch genoeg te zien voor meerdere dagen.”
Die rust is geen toeval. Culemborg heeft een bewuste keuze gemaakt om toerisme kleinschalig te houden, net zoals Venlo in Limburg dat deed. Het resultaat is een stad waar je je nooit een toerist voelt, maar een tijdelijke bewoner.
Bij het Elisabeth Weeshuis Museum, gevestigd in een historisch weeshuis uit 1560, ontmoet ik slechts twee andere bezoekers. De beheerder neemt rustig de tijd om mij persoonlijk rond te leiden – iets wat in drukbezochte musea ondenkbaar zou zijn.
30.000 inwoners bewaken hun geheim
Culemborg heeft een bevolkingsgroei van 28% sinds 1995 doorgemaakt, maar de kleinschalige sfeer is bewaard gebleven. Stadsbewoners zijn trots op hun omgeving en delen die graag, maar waken tegelijk voor overmatig toerisme.
Bij Molen “De Hoop”, een werkende windmolen waar je tijdens open dagen de molenkoepel kunt beklimmen, vertelt een vrijwilliger me dat het bezoekersaantal stabiel blijft. “We zien elk jaar ongeveer dezelfde aantallen. Veel dagjesmensen uit Utrecht en omgeving, maar geen bussen vol toeristen.”
Dit evenwicht maakt dat lokale ambachten blijven floreren. De zaterdagmarkt met regionale producten is nog primair voor bewoners, niet voor toeristen. Een zeldzaam fenomeen in een land waar steden als Goes in Zeeland worstelen om hun lokale karakter te behouden.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De beste manier om Culemborg te bezoeken is via de trein vanuit Utrecht (19 minuten). Vanaf het station is het slechts 650 meter lopen naar het historische centrum. Kom je met de auto? Parkeer dan gratis bij parkeerterrein Palumbus aan de rand van het centrum.
Bezoek de stad bij voorkeur op donderdagochtend wanneer de weekmarkt plaatsvindt of op zaterdagmiddag voor de lokale sfeer zonder grote drukte. De zomermaanden bieden extra voordeel: de veerpont naar Schalkwijk vaart dan frequent en biedt een uniek perspectief op de stad vanaf het water.
Terwijl ik de trein terug naar Utrecht neem, realiseer ik me dat Culemborg precies het soort authentieke bestemming is dat steeds zeldzamer wordt in onze geglobaliseerde wereld. Een plek waar het echte Nederland nog voelbaar is, zonder concessies te doen aan massatoerisme. Mijn dochter Emma zou de speelse elementen in het Elisabeth Weeshuis geweldig vinden – iets voor ons volgende familieweekend. In een tijd waarin ‘verborgen parels’ vaak al ontdekt zijn voordat je er bent, blijft Culemborg een stille getuige van hoe reizen eigenlijk zou moeten zijn.