De gouden zon kruipt juist over de horizon terwijl ik van de ferry stap in de haven van Tinos. Het contrast met Mykonos, waar ik gisteravond vertrok, is onmiddellijk voelbaar. Hier, op dit Griekse eiland van slechts 8.500 inwoners, ontbreken de luide muziek en drommen toeristen die kenmerkend zijn voor zijn beroemde buur. Ik check mijn telefoon: 07:42, perfect op tijd om de ochtendrust van wat lokalen liefkozend “het spirituele juweel van de Cycladen” noemen, te ervaren.
Het religieuze eiland dat 2025’s spirituele vluchtplaats wordt
Terwijl ik de kronkelende straatjes van Chora (Tinos-stad) bewandel, zie ik een opmerkelijk zicht: pelgrims die op hun knieën de heuvel opkruipen naar de imposante Panagia Evangelistria-kerk. Deze orthodoxe kerk, gebouwd rond een wonderbaarlijk icoon gevonden in 1822, trekt jaarlijks meer dan 100.000 pelgrims, een verbijsterend aantal voor zo’n klein eiland.
“Dit is Griekenland’s Lourdes,” fluistert mijn gids terwijl we stoppen voor een koffiepauze. “Maar terwijl andere eilanden bezwijken onder massatoerisme, heeft Tinos zijn ziel bewaard.” De cijfers bevestigen dit: Mykonos ziet een daling van 33% in bezoekers in 2025, overweldigd door zijn eigen populariteit, terwijl Tinos een gestage maar beheerste groei doormaakt.
De lokale priester Georgios, met wie ik later spreek, bevestigt dat Tinos’ grootste troef misschien wel zijn spirituele gewicht is. “We hebben meer dan 800 kapellen verspreid over het eiland, een dichtheid die nergens anders in Griekenland wordt geëvenaard.” Veel zijn eeuwenoud, verstopt tussen olijfbomen of dramatisch gepositioneerd op kliffen.
Waar marmer en mythologie samenkomen
Wat Tinos werkelijk onderscheidt van andere Griekse eilanden is niet alleen zijn religieuze betekenis. In het bergdorp Pyrgos, 30 minuten rijden van de haven, ontdek ik de beroemde School voor Marmerkunst, waar studenten een ambacht leren dat teruggaat tot de klassieke oudheid.
Hier worden marmeren meesterwerken gemaakt uit lokaal gewonnen steen met een kenmerkende blauwige tint die gezocht wordt voor exclusieve interieurs. Als ik door de ateliers wandel, verbaast het me hoe een eiland dat wordt gedefinieerd door spiritualiteit ook zo’n rijke kunsttraditie heeft gevormd.
“Wij zoeken geen drukte. Mensen komen naar Tinos omdat ze iets authentieks willen ervaren, niet om gezien te worden. Dat maakt ons anders dan onze buren.”
Deze opmerking van een lokale marmerbewerker resoneert terwijl ik doorwandel naar een plein waar duiventillen – sierlijke stenen structuren gebouwd door Venetiaanse heersers – de aandacht trekken. Net zoals Patmos erkenning kreeg van Vogue als spirituele bestemming, verdient Tinos dezelfde aandacht voor zijn unieke combinatie van spiritualiteit en ambacht.
Terwijl we verder rijden door de bergachtige binnenlanden, wijst mijn chauffeur naar de 727-meter hoge berg Tsiknias. “In de oudheid geloofden ze dat Aeolus, god van de wind, hier woonde,” vertelt hij met een glimlach. Mythologisch werd Tinos ‘Ophioussa’ (land van slangen) genoemd omdat Poseidon hier slangen zou hebben gestuurd om een plaag te bestrijden.
Wat de reisgidsen je niet vertellen
De sleutel tot het echt ervaren van Tinos is timing. Bezoek tijdens de vroege ochtenduren (voor 9:00) of late namiddag (na 17:00) om de grootste pelgrimsgroepen te vermijden. De beste toegang is via dagelijkse veerboten vanuit Rafina op het vasteland, een reis van 4 uur, of 30 minuten vanaf Mykonos.
Ontdek ook de verborgen stranden zoals Ormos, bereikbaar via een ruig pad en vrijwel verlaten zelfs in hoogseizoen. Vergelijkbaar met Amorgos’ beroemde klooster, biedt Tinos spirituele verkenningen die onontdekt blijven door de gemiddelde toerist.
Voor een authentieke ervaring, bezoek de honingfeesten in dorpen zoals Komi in de lente, waar lokale bijenhouders hun ambachtelijke producten delen. Anders dan Scheveningen’s model van massatoerisme, behoudt Tinos zijn intimiteit door kleinschalige evenementen die seizoensgebonden zijn.
Terwijl de zon ondergaat en ik mijn laatste foto’s maak van de witgekalkte huizen tegen de azuurblauwe Egeïsche Zee, realiseer ik me dat Tinos’ grootste kracht zijn onopvallendheid is. Mijn vrouw Sarah zou de fotografische mogelijkheden hier geweldig vinden – het licht danst over marmer en steen als een natuurlijke tentoonstelling. Zoals de Grieken zeggen: “To kalytero kryfó einai aftó pou vrisketai stin koini thea” – het beste geheim is datgene wat voor iedereen zichtbaar is, maar door weinigen wordt opgemerkt.